SV | En Jozua nam al de steden dezer koningen in, en al haar koningen, en hij sloeg hen met de scherpte des zwaards, hen verbannende, gelijk als Mozes, de knecht des HEEREN geboden had. |
WLC | וְֽאֶת־כָּל־עָרֵ֣י הַמְּלָכִֽים־הָ֠אֵלֶּה וְֽאֶת־כָּל־מַלְכֵיהֶ֞ם לָכַ֧ד יְהֹושֻׁ֛עַ וַיַּכֵּ֥ם לְפִי־חֶ֖רֶב הֶחֱרִ֣ים אֹותָ֑ם כַּאֲשֶׁ֣ר צִוָּ֔ה מֹשֶׁ֖ה עֶ֥בֶד יְהוָֽה׃ |
Trans. | wə’eṯ-kāl-‘ārê hamməlāḵîm-hā’ēlleh wə’eṯ-kāl-maləḵêhem lāḵaḏ yəhwōšu‘a wayyakēm ləfî-ḥereḇ heḥĕrîm ’wōṯām ka’ăšer ṣiûâ mōšeh ‘eḇeḏ JHWH: |
En Jozua nam al de steden dezer koningen in, en al haar koningen, en hij sloeg hen met de scherpte des zwaards, hen verbannende, gelijk als Mozes, de knecht des HEEREN geboden had.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
En Jozua nam al de steden dezer koningen in, en al haar koningen, en hij sloeg hen met de scherpte des zwaards, hen verbannende, gelijk als Mozes, de knecht des HEEREN geboden had.
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!